Traanwegen
Algemeen tranend oog
Het oog wordt beschermd tegen uitdroging door traanvocht. Dit traanvocht wordt geproduceerd in de traanklier en in kleinere kliertjes in het slijmvlies en ooglidrand. Bij emotie of oogirritatie reageert de traanklier met een extra productie van traanvocht. De tranen worden nadien gelijkmatig verspreid over de oogbol door te knipperen. Een deel traanvocht verdampt en het resterende deel wordt afgevoerd via 2 traanpuntjes naar de traankanaaltjes (canaliculi) en via de traanzak en traankanaal (ductus nasolacrimalis) naar de neusholte.
Overmatig tranen kan het gevolg zijn van een overproductie of van een afvoerprobleem. Een overproductie ontstaat door bv. Irritatie door een wimper, droge ogen, een vreemd voorwerp, ontsteking van het hoornvlies of de oogleden. Bij een afvoerprobleem kan er een vernauwing of verstopping zijn van de traanpunten, een ectropion of een verstopping van het traankanaal, traanzak en/of traan-neuskanaal.
Verstoppingen in het traankanaal kunnen op verschillende plaatsen optreden. In de onderstaande figuur ziet u de meest voorkomende verstopping, nl. de verstopping van het afvoerkanaal tussen de traanzak en de neus; de ductus nasolacrimalis. Soms gaat de verstopping gepaard met een uitgezette traanzak, te voelen als een zwelling in de ooghoek.
Diagnose tranend oog
De oorzaak van een tranend oog is vaak meervoudig. De oogarts zal op de consultatie bekijken of er irritatie en/of ontsteking is en hoe stabiel de tranenfilm is. Een verstopping kan gecontroleerd worden aan de hand van een sondage. De traankanaaltjes worden dan doorspoten met fysiologisch water en indien ze doorgankelijk zijn, dan proeft u zoutwater in de mond. Dit onderzoek doet geen pijn, maar kan soms wat gevoelig zijn.
Vooronderzoeken tranend oog
Als de diagnose van een obstructie in het traankanaal gesteld is en u ondervindt klachten van een sterk tranend oog of recidiverend ontstekingen van de traanzak, dan zal een operatie voorgesteld worden. Afhankelijk of u een endonasale benadering wenst (cfr. Type ingreep), kan een preoperatief onderzoek bij de NKO arts nodig zijn ter beoordeling van de neusmucosa en het neustussenschot. Indien u reeds geopereerd bent aan de sinussen of na een neustrauma, kan eerst een CT scan nodig zijn. Deze onderzoeken zijn pijnloos.
Preoperatief is het belangrijk om uw thuismedicatie door te geven en de preoperatieve vragenlijst in te vullen. Geef altijd aan of u ergens allergisch voor bent. Indien u bloedverdunnende medicatie neemt, zal deze in overleg met de huisarts gestopt of overbrugd worden. Afhankelijk van de resultaten krijgt u nog een bijkomend preoperatief onderzoek.
Behandeling tranend oog
Indien er ontsteking/irritatie is, of tekenen van droogte, zal dit eerst behandeld worden. Wanneer het echter een obstructie is van het traankanaal, is een operatie aangewezen. Dit is de enige manier om een bypass te creëren van het verstopte kanaal. Dit is een ingreep die plaatsvindt onder algemene verdoving in dagziekenhuis. Soms kunnen kleinere ingrepen reeds een oplossing bieden. Als er enkel een vernauwd traanpunt is, dan kan dit vergroot worden door een kleine ingreep onder lokale verdoving. Indien uw ooglid en traanpunt niet mooi aansluiten aan het oog, kan er een ooglidcorrectie plaatsvinden. Indien de canaliculi verstopt zijn, kan u een Jones tube overwegen.
Bij kinderen gaat de stop ter hoogte van de neusingang in het eerste levensjaar vaak spontaan open. Druk de traanzaak regelmatig leeg door voorzichtig te masseren en maak het nadien schoon met een zachte tissue. Als het probleem aanhoudt, dan wordt een sondage gepland onder narcose.
Type ingreep
Bij deze operatie wordt er een directe verbinding gemaakt tussen de traanzak en de neus. Op die manier ontstaat er een “bypass”: de tranen hoeven niet meer door het verstopte kanaal tussen traanzak en neus. Deze ingreep kan ofwel plaatsvinden via de huid ofwel via de neus onder algemene verdoving in het dagziekenhuis.
EXTERNE DCR (via de huid)
Er wordt een snee van ongeveer 15 mm lang in de huid van de neus gemaakt. In de diepte wordt een opening in het bot tussen de traanzak en de neus gemaakt. Hierna worden zowel de traanzak als het neusslijmvlies geopend. De slijmvliezen van traanzak en neus worden dan aan elkaar gehecht, waardoor een ‘bypass’ ontstaat. De operatie wordt altijd gecombineerd met plaatsing van dunne silicone stentjes in het afvoersysteem die gedurende 2-3 maanden aanwezig blijven. Deze stents kan u na de ingreep ter hoogte van het traanpuntje zien zitten. Deze silicone stentjes voeren de tranen niet af. Ze dienen om het afvoersysteem op te rekken en om dichtgroeien van de traankanaaltjes na de operatie te voorkomen. Postoperatief kan u dus tijdelijk meer tranen hebben. Sommige patiënten hebben soms al geen last meer van het tranen terwijl de stents er nog in zitten. Bij hen lopen de tranen niet weg door de stents, maar langs de stents. Of de operatie geholpen heeft of niet is echter pas duidelijk nadat de stents uit het afvoersysteem verwijderd zijn. Dat gebeurt na 2-3 maanden. Verwijderen is simpel en pijnloos: de oogarts pakt de stents vast en trekt ze er uit via de traanpunten.
ENDONASALE DCR (via de neus)
Wanneer er voldoende ruimte bestaat in de neus is het ook mogelijk de ingreep via de neus uit te voeren. Onder directe visualisatie via een endoscoop maakt de chirurg een snee in het neusslijmvlies. Nadien wordt er een stukje bot weggenomen en wordt de traanzak geopend. Ook hier worden er 2 silicone stentjes geplaatst, die 2-3 maanden ter plaatse blijven. Het voordeel is dat er geen litteken ontstaat, zoals bij de (klassieke) externe DCR. Het nadeel van de endonasale DCR is dat het succespercentage wat lager is dan bij een operatie via de huid (80-85% versus 94%). Indien er tijdens de endonasale operatie blijkt dat er te weinig ruimte is om de ingreep goed uit te voeren wordt overgeschakeld op een externe benadering (via de huid).
Na de operatie
Na de operatie mag u naar huis.Het neusslijmvlies is nog zeer gevoelig voor bloedingen. U moet opletten voor warme dranken en voeding. De eerste 2 weken raden we aan geen zware inspanning te doen. U zal neusspoelingen en oogdruppels voorgeschreven krijgen. Na een algemene verdoving is het na de operatie afgeraden om zelf per auto of fiets naar huis te gaan. Veiligheidshalve is het best om u door een begeleider naar huis te laten brengen.
Eindcontrole tranend oog
Bij een externe DCR worden de draadjes na 7-10 dagen verwijderd. De controles gaan altijd samen met een controle door de NKO-arts zodat wij het herstel van de neusmucosa ook kunnen evalueren. Na 3 maanden worden de stentjes verwijderd.
Voor verdere informatie verwijzen we u graag naar de folder ‘Tranende ogen preoperatief’ -KLIK hier- van het Jan Palfijnziekenhuis Gent.